In Drenthe helpen jagers boeren om te voorkomen dat vogels, kuikens en reekalfjes gewond of gedood worden tijdens het maaien van het grasland. Met behulp van drones doorzoeken zij de velden op zoek naar de dieren die in het gras verscholen zitten.
In mei en juni start doorgaans het maaiseizoen en gaan de boeren het land op om het gras te maaien. Rond dezelfde tijd loopt het broedseizoen, waardoor bijvoorbeeld veel weidevogels in het hoge gras een nestje hebben. Ook worden op de graslanden dan veel reekalfjes en hazen geboren.
De pasgeboren dieren en vogels die net uit het ei zijn gekropen, liggen daardoor verstopt in het hoge gras en zijn vaak nog te jong om te vluchten. Voor boeren die aan het maaien zijn met hun machines zijn de dieren moeilijk te zien. Al jarenlang zijn boeren, vrijwilligers, vogelbeschermers en jagers in heel het land actief om zo veel mogelijk maaislachtoffers te voorkomen. Sinds enkele jaren wordt bijvoorbeeld een drone met warmtecamera ingezet om de verstopte dieren op te sporen.
Warmtebron
Hoewel reeën in Drenthe mogen worden afgeschoten om aanrijdingen in het verkeer te voorkomen, zetten jagers zich in de provincie ook in om te voorkomen dat kalfjes gewond of gedood worden tijdens het maaien.
Zo heeft Bjorn van der Veen van de Drentse jagersvereniging vanochtend met behulp van een drone op een perceel tussen Borger en Schoonloo gezocht naar wild. “Gisteren kregen we een telefoontje van de boer die hier wil maaien. We hebben de percelen in kaart gebracht en vanochtend ben ik in een hoekje van het land gaan staan”, zegt hij tegen RTV Drenthe. De drone vliegt dan zelf het perceel af. “Als hij een warmtebron ziet, blijft hij vervolgens hangen. Al die plekken geeft hij aan met een soort van speldje op een kaart.”
Om het werk te kunnen doen, moeten de jagers al vroeg beginnen, zegt Van der Veen. “Als het overdag 25 graden is, is het contrast tussen de buitentemperatuur en de temperatuur van het levende dier veel kleiner. Die heeft een temperatuur van tussen de 30 en 35 graden. Hoe vroeger je daarom begint en als de nacht koud is geweest, hoe beter de bolletjes in het land oplichten. Op deze manier kunnen we heel nauwkeurig aangeven waar een legsel, reekalf of jonge haas ligt.”
Met de kaart die dit oplevert, kunnen mensen het veld in om de dieren te verplaatsen. “Vanochtend hebben we drie reekalfjes en verschillende eenden- en ganzennesten ontdekt”, blikt Van der Veen terug. “Met een flinke pluk gras hebben we de jonge reetjes opgepakt en ze op een veilige plek buiten het perceel neergelegd. Op deze manier komt er geen geur van mensen aan de dieren. De loonwerker kan nu gaan maaien en de moeder haalt later het reekalf weer op.”
Waarschuwen
Maar niet alle boeren maken al gebruik van deze techniek, weet de jager. “Helaas nog niet. Boeren hebben het altijd druk, een loonwerker wil hectares maken en het is maar een aantal dagen geschikt weer om te maaien. Daarom vragen wij boeren in de wintermaanden of ze willen meewerken. Of ze ons een of twee dagen voor het maaien, of later in het seizoen bij de maisoogst, willen waarschuwen. Met onze technologie kunnen we eenvoudig grote oppervlaktes afvliegen, we kunnen in een uurtje alle percelen doen.”
De boeren kunnen zelf ook iets doen om te voorkomen dat de dieren in de maaimachine eindigen. Zo is de ouderwetse methode van stokken met daaraan vuilniszakken te plaatsen bij het wild volgens Van der Veen nog altijd effectief. “Dat ritselt, maakt lawaai. Dan komt de reegeit ’s nachts om het kalf op te halen van het perceel.”
Bron: https://nos.nl/artikel/2518980-drentse-jagers-helpen-om-reekalfjes-te-beschermen-tegen-maaimachines